Visie op het jonge kind
De ontwikkeling van het jonge kind is uitgangspunt voor de manier waarop wij het onderwijs in onze groepen 1 en 2 vorm willen geven. Wij hebben voor ogen dat kinderen emotioneel vrij, met zelfvertrouwen en nieuwsgierig de wereld kunnen en mogen ontdekken. Wij bieden de kinderen rust, structuur en duidelijkheid.
Kinderen kunnen zich pas vrij ontwikkelen in een stimulerend pedagogisch klimaat als er rekening wordt gehouden met de drie basisbehoeften van kinderen: relatie (veilig voelen), competentie (het gevoel iets te kunnen) en autonomie (onafhankelijkheid). Dat is de basis voor plezier in leren waarbij spel de taal is van het jonge kind.
Een belangrijk doel is de ‘brede persoonlijkheidsontwikkeling’ van kinderen. Dat is een ontwikkeling die verder gaat dan leren lezen, schrijven en rekenen. We onderscheiden drie hoofdgebieden waarop deze brede ontwikkeling betrekking heeft:
- De ontwikkeling van eigen persoonlijkheid: Hierbij gaat het om het actief zijn en initiatieven durven nemen, het samen spelen en werken en de zelfstandigheid.
- Inzicht in de wereld om ons heen: Dit beslaat het voorstellingsvermogen en de creativiteit; het zich kunnen uiten en uitingen kunnen vormgeven en de wereld verkennen in sociaal, cultureel en natuurkundig opzicht.
- sociale omgang met anderen: Het gaat dan om het communiceren met andere mensen, het redeneren en problemen oplossen en het reflecteren op het eigen handelen en zelfsturing.
Deze totale persoonlijke ontwikkeling kan niet zonder het (gelijktijdig) leren van een aantal funda-mentele vaardigheden en kennis:
- Sociale- en emotionele vaardigheden
- Spel
- Motoriek
- Taal
- Rekenen
Om de kinderen goed te kunnen begeleiden in hun ontwikkeling op alle bovenstaande aspecten zijn de leerkrachten in groep 1, 2 en 3 op de hoogte van de ontwikkelingslijnen van het jonge kind.
Het werken vanuit de ontwikkeling van het jonge kind is ook voor onszelf een voortdurend ontwikkelingsproces. We proberen daarom steeds (gezamenlijk) kritisch te kijken naar ons eigen handelen in de groep, hierop te reflecteren en waar nodig werkwijzen bij te stellen. Hierin werken wij binnen ons Kindcentrum nauw samen met de PM’ers van de peutergroep om een zo zorgvuldig mogelijke doorgaande ontwikkellijn te creëren van peuter naar kleuter.
Onze basishouding vanuit ons onderwijs, dat uitgaat van de ontwikkelings-, ondersteunings,- en onderwijsbehoefte van kinderen, speelt een belangrijke rol. Een veilig en sterk pedagogisch klimaat is de basis om tot leren te komen.
Om onze doelen te bereiken staat het spelend leren centraal in ons onderwijs aan jonge kinderen. We streven ernaar dat kinderen steeds bewuster zelf initiatieven nemen en plannen maken waarbij zelfsturing de plaats van impulsief spel gaat innemen.
Deze ontwikkeling vindt plaats in samenspel met hun sociale omgeving. De rol van de leerkracht is om, middels inrichting van een uitdagende leeromgeving (hoeken) en aanbieding van (ontwikkelings) materialen ruimte te scheppen, zodat kinderen worden aangemoedigd hun omgeving te leren verkennen, te kennen en te begrijpen. De leerkracht helpt kinderen hun vaardigheden uit te breiden door het geven van op maat gerichte opdrachten en het stellen van vragen. Het gaat dan om de wereld in al haar aspecten: natuur, cultuur en sociale vorming.
Wij vinden het belangrijk om aan te sluiten bij de ontwikkelingsbehoefte van jonge kinderen d.m.v. betekenisvolle activiteiten. Betrokkenheid leidt tot ontwikkeling. De inhouden waarover de kinderen al spelend leren willen we zoveel mogelijk laten aansluiten bij de actualiteit en bij onderwerpen die leven bij de kinderen. De thema’s staan meerdere weken in de aandacht.
Om ontplooiing en ontwikkeling zo goed mogelijk voor alle kinderen te realiseren volgen we nauwkeurig de ontwikkeling van de kinderen. Een goede, open overdracht van de gegevens vanuit de voorschoolse periode wordt van belang geacht. Door kinderen te volgen weten we waar kinderen staan in hun ontwikkeling, wat hen boeit (aan inhouden en activiteiten) en kunnen we kinderen uitdagen en stimuleren voor een volgende stap. In deze zone van naaste ontwikkeling zullen sommige kinderen zelfontdekkend willen leren en werken en anderen vooral de hulp van de leerkracht nodig hebben.
In dit laatste vinden we weer de essentie terug: wat de omgeving (materiaal, inrichting en leerkracht) te bieden heeft, is bepalend voor de ontwikkeling van kinderen. Onze opstelling is daarin dat we heel goed luisteren naar kinderen, meespelen en meewerken.